Gedwongen verkoop van de onderneming
Internationale onderneming in foodsector
Vraag?
Cliënt stond als grootaandeelhouder het water aan de lippen, zowel privé als in zijn onderneming. Nadat alle reddingspogingen waren mislukt lag er een ultimatum van een bankconsortium om binnen enkele dagen in te stemmen met een gedwongen verkoop van de onderneming aan een derde, tegen een symbolisch bedrag. Adviseurs konden niets meer voor hem doen. Bert Iedema werd benaderd om te zien of hij nog een oplossing kon bewerkstelligen.
Aanpak
Door zijn excellente contacten heeft Bert twee weken uitstel bij het bankconsortium gekregen. In die periode heeft hij een koper kunnen vinden die een meerderheidsaandeel nam tegen storting van enkele tientallen miljoenen euro’s. In de due diligence periode vertrok de CFO, zodat hij ook die functie tijdelijk waarnam. Voorts sloot hij een sterk verlieslatende fabriek in het buitenland en een akkoord met de vakbonden, terwijl er sterke aanwijzingen waren voor een langdurige staking en een grote clash met de vakbonden.
Uitkomst
Cliënt was supertevreden met deze interventies, die door geen van de betrokken adviseurs voor mogelijk werden gehouden. Drie jaar later ontstond tussen cliënt en zijn mede aandeelhouder een groot conflict. Er was een patstelling ontstaan en partijen stonden op het punt te gaan procederen. Cliënt vroeg Bert Iedema of hij alsnog een minnelijke oplossing kon bereiken. In ongeveer acht gesprekken heeft hij voor cliënt een onderhandelingsresultaat kunnen bereiken dat boven zijn vraagprijs lag.